Met vast residu wordt bedoeld het geheel van organische en anorganische stoffen opgelost in water, stabiel bij een temperatuur van 105 ± 20C.
Referentiaal waarna
de analyse wordt uitgevoerd: De analyse voor het bepalen van de vaste waterresten wordt uitgevoerd in het eigen laboratorium volgens de normen national STAS 3638-76.
Principe van de methode:
De bepaling van het vaste residu in drinkwater wordt uitgevoerd door te drogen in de oven.
Gevallen van afwijzing van monsters – hoeveelheid ongepast monster, monster verzameld in ongeschikte containers, monsters die niet correct zijn geëtiketteerd, enz.
>Ontvanger van het oogsten – schone container, de container is gevuld met heel water om de vorming van luchtbellen te voorkomen en sluit vervolgens de luchtdichte container.
De hoeveelheid monster die nodig is om de analyse uit te voeren - minimaal 200 ml.
Verwerking vereist na het oogsten – niet vereist.
>Stabiel monster – vers geoogst water is stabiel gedurende 3 uur bij omgevingstemperatuur.
Analysemethode - gravimetrica.
Referentiewaarden voor drinkwater en mineraalwater 1) Parameter / Meeteenheid CMA-waarde (Maximaal toelaatbare concentratie) style= "left: 436px; top: 4729px; word-spacing: 12px; ">minim 100 mg/l – maximaal 800 < span style= "font-size small; "> Aanbevelingen voor het uitvoeren van de analyse/ Effecten van overschrijding van de referentiewaarden –
: mg//l
Fixed residue, mg/ L < span class= "a " uitzonderlijk toegelaten:minim 30 mg/l – maximum 1200 mg/l
De kwaliteit van mineraalwater (vlak of koolzuurhoudend) hangt af van het gehalte aan het vaste residu, dat niet verwijst naar onzuiverheden, maar naar het gehalte aan minerale zouten. De beste zijn slecht gemineraliseerd of vlak water, omdat ze voor onbepaalde tijd kunnen worden geconsumeerd. Sterk gemineraliseerd water mag alleen op aanbeveling van de arts worden geconsumeerd, omdat ze nier- en galproblemen kunnen veroorzaken.
Bibliografie: LEGEA 458/2002 zoals gewijzigd en aangevuld bij wet nr. 311/2004, overheidsverordening nr. 11/2010, wet nr. 124/2010 en regeringsverordening nr. 1/2011